Een Venetiaanse courtisane

De courtisane

Een courtisane was een prostituee met een hogere status die zich vaak in elitaire kringen begaf. De courtisane kwam het vaakst voor in Italië. Daar stond ze bekend als ‘cortigiane onesta’. Deze term maakte een onderscheid tussen een courtisane en een ‘meretrix’, een gewone prostituee. De benaming ‘meretrix’ had een negatieve connotatie, de benaming verwees naar het verdienen van geld met haar lichaam. Dit werd als negatief en zondig beschouwd.

Courtisanes konden hun eigen kapitaal verzamelen, een eigen huishouden vormen en kunst en literatuur als hobby beoefenen. Deze activiteiten waren eerder bijzonder voor vrouwen in de zestiende eeuw en tonen aan hoe uitzonderlijk de courtisane was in de zestiende-eeuwse Italiaanse maatschappij. Het beroep van de courtisane was een alternatief voor vrouwen die niet naar het klooster wilden gaan of een gezin wilden stichten. Vaak werden deze vrouwen opgeleid door hun moeders, die zelf meestal het beroep van courtisane of prostituee hadden uitgeoefend. Volgens Giovanni Boccaccio is het succes van de courtisane te wijten aan de rol die ze speelden als ideale geliefde van de man. Enkele bekende courtisanes uit de zestiende eeuw zijn Veronica Franco en Tulia D’Aragona.

Door maatschappelijke veranderingen in de vijftiende eeuw was het voor vrouwen moeilijk om financieel onafhankelijk te zijn of de financiële middelen te hebben om te trouwen. Dit resulteerde in een groot aantal prostituees in de Italiaanse steden in de zestiende eeuw. In het begin zestiende eeuw drongen idealen van moraliteit door tot het Italiaanse schiereiland. Ondanks dat de rest van Europa streng inging tegen prostitutie, kozen Italiaanse steden om prostitutie te regulariseren in plaats van te onderdrukken. Dit deden ze door wijken voor prostitutie in te richten en specifieke kledingwetten voor prostituees uit te vaardigen.  

De kledij

Kledij was een belangrijk rol als expressiemiddel voor een courtisane. Het was een belangrijk hulpmiddel om potentiële klanten te verleiden. Daarnaast weerspiegelde haar kledij ook haar klantenbestand. Het succes van een courtisane werd vaak weerspiegeld in de kwaliteit van de stoffen, juwelen en haar kleding.  Sommige courtisanes waren zo welgesteld dat ze moeilijk te onderscheiden waren van vrouwen van adel. Om verwarring te vermijden en om de goede zeden van de edelvrouwen te bewaken, vaardigde de overheid kledingregels uit, waarmee de verschillende sociale posities van de vrouwen werden geïllustreerd.

In het handschrift van Lucas d’Heere staat de courtisane links afgebeeld. Ze draagt een opvallende gele sjaal of sluier op haar hoofd. Geel was het kleur van prostitutie op het Italiaanse schiereiland. Vanaf 1421 was de sjaal of ‘fraziolum zalum’ verplicht voor alle courtisanes en prostituees in Venetië. De mouwen van de courtisane verschillen van die van de weduwe op de afbeelding. De mouwen van de courtisane zijn gekleurd. Vaak waren ze versierd met juwelen. De versiering was een weergave van de status van de courtisane. De blootliggende hals was bedekt met een stuk stof, de ‘bavaro’ genoemd. De ‘bavaro’ werd vaak gesierd met een halskraag in waaiervorm.  Hiervan bestonden verschillende variaties. De halskraag van de Venetiaanse courtisane van Lucas d’Heere verschilt bijvoorbeeld van de prent ‘Courtisan and the blind cupid’ of die van het kostuumboek ‘Habits de diverses nations de l’Europe, Asie, Afrique et Amérique’. 

Juwelen waren ook een belangrijke indicator van de status van de courtisane. Het diende als statussymbool en als middel om klanten aan te trekken. Dit accessoire was zo belangrijk dat minder succesvolle courtisanes en prostituees nepjuwelen droegen om zo hun status te verhogen. Het dragen van zilveren of  gouden juwelen en nepjuwelen werd daarom verboden door een weeldewet in 1562. Kledij was dus het uithangbord van de courtisane. Door het gebruik van dure stoffen en juwelen creëerden ze een illusie over hun persoonlijkheid, waarbij de suggestie werd gewekt dat ze tot de adellijke stand behoorden.

For thou shalt see her decked with many chains of gold and orient pearle like a second Cleoplatra, (but they are very little) divers gold rings beautified with diamonds and other costly stones, juwels in both ears of great worth.  - Thomas Coryate

Courtesan and the blind cupid

Klik op de prent om deze verder te ontdekken!

De illusie

De Venetiaanse maatschappij van de zestiende eeuw stond relatief liberaal tegenover prostitutie. De opkomst van de courtisane in de zestiende eeuw was grotendeels te danken aan deze tolerante houding. Om de bewegingsvrijheid van de courtisanes te beperken, vaardigde de overheid wetten uit, maar hier konden succesvolle courtisanes aan ontsnappen. De vrouwen wisten invloedrijke Venetiaanse patriciërs onder hun klanten te rekenen en konden zo de regels omzeilen.

 De courtisanes probeerden de illusie te wekken van een ‘eervolle’ vrouw te zijn en speelden zo met het verwachtingspatroon van hun mannelijke klanten. Veel kunstenaars maakten spotprenten waarin ze de courtisane afbeeldden als een prostituee. Zo probeerden ze de illusie die de courtisane wilde creëren te doorbreken. Een voorbeeld hiervan is de prent van Pietro Bertelli. Als de jurk van de courtisane wordt opgetild, is het ondergoed en de plateauschoenen van de courtisane te zien. Aan de hand van deze kenmerken kon de ontvanger van de prent afleiden wie Bertelli wou afbeelden. Zo doorbrak Bertelli de illusie die de courtisane wou creëren en toonde hij haar voor wie ze echt was. De stad Venetië had een dubbele houding tegenover courtisanes. De stad wilde de morele orde behouden, maar de courtisanes waren een uithangbord voor Venetië en trokken veel reizigers naar de stad.  

Reizigers

Venetië was een bloeiende metropool die handelaars, toeristen, studenten, etc. aantrok. De courtisanes droegen bij tot de uitstraling van de kosmopolitische stad. In hun reisverslagen schetsten Thomas Coryate en William Thomas een beeld van de courtisane dat tot de verbeelding sprak.

Veel reizigers kochten op hun reizen visuele representaties van courtisanes op de Venetiaanse markten en voegden deze toe aan hun persoonlijke albums. De kleding van de figuren stond centraal in de afbeeldingen. Deze beelden werden ruim gedeeld en verspreid.

Er is een opvallende gelijkenis tussen de tekening van Lucas d’Heere en de afbeelding van de courtisane in het reisalbum ‘Mores Italiae’. Beide vrouwen nemen dezelfde pose aan. Fynes Moryson, een reiziger uit de 16de eeuw, merkte over deze pose op hoe verleidelijk de courtisane vanonder haar sluier naar mannen keek. Daarnaast valt het op hoe gelijkend dat de kledij van de twee figuren is. Het is dus mogelijk dat Lucas d’Heere inspiratie heeft gehaald uit een album van een van de reizigers.

Jessie Baerts

Beknopte bibliografie

 

Brackett, John K. “The Florentine Onesta and the Control of Prostitution, 1403-1680.” The Sixteenth Century Journal 24, nr. 2 (1993): 273–300.

Kovesi Killerby, Catherine. “Women and Sumptuary Law.” In Sumptuary Law in Italy 1200-1500, 111–32. Oxford: Oxford Academic, 2002. 

Rosenthal, Margaret F. “Clothing, fashion, dress, and costume in Venice (c.1450–1650).” In A companion to Venetian history, 1400-1797., uitgegeven door Eric Dursteler. Leiden: BRILL, 2013.

Rosenthal, Margaret F. “Cutting a good figure: The fashions of Venetian courtesans in the illustrated albums of early modern travelers.” In The courtesans’s art: cross-cultural perspectives, uitgegeven door Martha Feldman en Bonnie Gordon. New York: Oxford University Press, 2006. 

Wealleans, Colin J. “The ‘Honest Courtesan’, Free woman of the renaissance. An exploration of the sociocultural construction of la cortigiana onesta.” The Manchester Metropolitan University, 2015.