Een Turkse vrouw
Istanbul vandaag
"Vrouwen met een hoofddoek voelden zich tweederangsburgers."
In Turkije ging de strijd juist om het recht het hoofd te bedekken, De Morgen, 19.10.2022
In Turkije was er een hoofddoekverbod van 1980 tot en met 2013. Wanneer vrouwen dit toch droegen op toegestane plaatsen, voelden ze zich een tweederangsburger. Dit citaat roept vragen op over hoe het was om in de 16de eeuw een hoofddoek te dragen en heeft deze hoofdtooi zijn wortels in de vroegmoderne tijd?
Istanbul vroeger
Deze tekening uit het kostuumboek van Lucas d’Heere beeldt een Turkse soldaat en een Turkse vrouw af. De focus in deze expo spitst zich meer toe op de klederdracht van de Ottomaanse vrouw. De vrouw draagt hier een eenvoudige, blauwe japon met lange mouwen. Op haar hoofd draagt ze een yasmak, dit is een lang(e), smal(le) gezichtsscherm of sluier, die alleen de mond bedekt. De achterzijde van de sluier is afgewerkt met verschillende fijne touwtjes die eindigen met geknoopte franjes. Daarbij draagt ze een gele qamis, dit is een traditioneel lang kleed, en oranje, lederen laarsjes.
Geeft deze tekening een exact beeld van de positie van de Ottomaanse vrouw weer? Of is dit eerder een Europees stereotiep beeld bepaald door het oriëntalisme? Is er een verschil in klederdracht tussen de standen? Kunnen we dit koppelen aan bepaalde leeftijdscategorieën en hun eerbaarheid?
Oriëntalisme
Het oriëntalisme ontwikkelde als een belangrijk idee in de renaissance in Europa. Het is een gedachtengoed dat bestaat uit een verzameling van woorden en beelden over de Oriënt, het Midden-Oosten en de Arabieren. Westerse schrijvers beschreven een verhaal waarin het Oosten het Westen nodig had. De oosterling kon niet voor zichzelf denken of over het eigen grondgebied regeren. De oriëntalisten hadden als doel om de Ander op afstand te houden en als afwijkend, lichtzinnig, mysterieus en gevaarlijk af te beelden. Tevens maakte die afstand de oosterling een exotisch, sensueel en begerenswaardig persoon.
Het oriëntalisme stelt de oosterse vrouw voor als een trage, onbetrouwbare persoon en vleselijke verleiding. De reisverslagen over het Ottomaanse Rijk uit de renaissance zijn sterk bepaald door het oriëntalisme. Door de vele onzekerheden van reizen in vreemde gebieden steunen auteurs vaak op eerder geschreven literaire werken.
Pieter Coecke van Aelst
Lucas d’Heere baseerde zich voor deze tekening op de fries uit 1553 Ces moeurs et fachons de faire de Turcz avecq les regions y appertenantes ont este au vif contrefaictez van de kunstenaar Pieter Coecke van Aelst. Dit genretafereel toont het Feest van de Nieuwe Maan aan het einde van de ramadan. Op de achtergrond zien we een moskee en de stad Philippopolis op de heuvel. Aan de linkerzijde in het midden zien we een vrouw staan waarop Lucas d’Heere zijn tekening baseerde. Zij draagt hier een yasmak die alleen de mond bedekt. De achterzijde van de sluier bestaat uit verschillende fijne touwtjes die eindigen met geknoopte franjes. Ze draagt een japon, met daaronder een qamis en laarzen. Doordat Philippopolis gelegen is in het Bulgaarse Rijk, toen onder het bewind van de Ottomanen, is deze vrouw waarschijnlijk een Bulgaarse. Het hoofddeksel bij de Ottomanen was een teken van klasse, gender, status en etniciteit. Door de grote variatie aan hoofdtooien reguleerde Sultan Mehmet II het dragen van hoofddeksels volgens vastgestelde wetten.
Nicolas de Nicolay
In het reisverslag en kostuumboek uit 1567 De schipvaert ende reysen gedaen int landt van Turckyen van de Franse cartograaf Nicolas de Nicolay staan er verscheidene prenten van de klederdracht in het Ottomaanse Rijk. De Turcksehe vrouwe gaende langs de stadt draagt een mantel met lange mouwen en insteekzakken. Daaronder heeft ze een bedrukte kaftan en laarsjes aan. Ze heeft op haar hoofd een yasmak met een parel-bloemenpatroon waarbij alleen haar neus vrij is. De achterzijde van de sluier is hier ook afgewerkt met geknoopte franjes. De Turckshe vrouwe van middelbaren state draagt een bedrukte knielange mantel met mouwen tot aan de elleboog. Daaronder draagt ze nog een gestreepte kaftan en laarsjes. Rond haar middel is er een ceintuur van dezelfde stof als de qamis. Ze heeft een tulband met hoed en haar gezicht en haar zijn zichtbaar.
Deze tekeningen laten zien dat de klederdracht net zoals het hoofddeksel diende om een individu te identificeren op basis van leeftijd, geslacht en sociaaleconomische klasse. De kledingstijl van de Ottomanen weerspiegelde hun vroegere nomadische leven in de steppen van Oost-Centraal-Azië. De gelaagdheid van jassen die aan de voorkant opengingen is hiervan het voornaamste kenmerk. De ruiters konden makkelijk laag voor laag hun vesten verwijderen, naargelang de noodzakelijkheid van de weersomstandigheden.
Ogier Ghislain de Busbecq
In het reisverslag oorspronkelijk uit 1560, vertaald in het Engels in 1744 Travels into Turkey beschrijft de Busbecq de kuisheid van de Ottomaanse vrouw. Ogier was ambassadeur voor Süleyman de Grote in opdracht van Ferdinand I. Turkse mannen hechten veel belang aan de eerbaarheid van hun echtgenote. Daarom houden ze hun partner binnenshuis. Wanneer zij het huis verlaat, doet ze dit gesluierd. Het idee hierachter is dat de vrouw anders begeerte opwekt bij andere mannen. Opmerkelijk is dat de vrouw wel het recht heeft om een echtscheiding aan te vragen. Dit kan wanneer ze wordt onthouden van het levensnoodzakelijke of indien haar echtgenoot er een onnatuurlijke levenswijze op na houdt.
De onzichtbaarheid van de Ottomaanse vrouw is niet haar persoonlijke keuze. Dit wordt bepaald door cultuur, religie en juridische status. Een Koranvers vermeldt dat vrouwen in hun huizen moeten blijven. Daarnaast is er ook de sociale invulling waarbij de belangrijkste taak is om een gezin te stichten. De westerling ziet de Ottomaanse vrouwen als mindere en machteloze wezens. Dit idee baseerde zich op geruchten en verkeerde interpretaties van de Turkse vrouw.
Besluit
De Europeanen uit de renaissance keken naar de Ottomaanse vrouw als een mysterieus, exotisch en begerenswaardig persoon. Hierdoor moest ze gesluierd zijn als zij het huis verliet. Bovenstaande kostuumboeken en reisverslagen bevestigen dan ook onze oriëntalistische visie over de Ottomaanse vrouw.
Daarnaast diende de hoofdtooi als een teken van status, gender en klasse. De klederdracht in het Ottomaanse rijk benadrukte de identificatie van een persoon volgens leeftijd, geslacht en sociaaleconomische klasse.
Tevens maakte de kledingwijze een onderscheid tussen eerbare en oneerbare vrouwen. Turkse mannen hechten veel belang aan de eerbaarheid van hun echtgenote en verplichten haar om een sluier te dragen wanneer ze het huis verlaat.
Emelie Heirman
Beknopte bibliografie
Centintas, Asli. Woman and family in Istanbul through the eyes of European travellers and ambassadors in the 16th and 17th centuries. Istanbul: Yeditepe, 2020.
Jirousek, Charlotte A. “Dress as social policy: change in women’s dress in a southwestern Turkish village.” Dress 23 (1996): 47-62.
Jirousek, Charlotte A. “More than oriental splendor: European and Ottoman headgear, 1380-1580.” Dress 22 (1995): 22-33.
Orenstein, Nadine M. “Zeden en gewoonten van de Turken.” In Pieter Coecke van Aelst. Schilder, tekenaar en tapijtontwerper in de noordelijke renaissance, uitgegeven door Elizabeth Cleland, 181. Brussel: Mercatorfonds, 2014.
Said, Edward W. Oriëntalisme. Vertaald door Wiecher Hulst. Amsterdam: Athenaeum, 2022.