Het nalatenschap van Serruys in Menen. Vroeger... en nu?
Marthe Bulckaen
Het legaat van Yvonne Serruys kende een bewogen geschiedenis. Van de reis van Parijs naar Menen, naar het eindelijk tentoongesteld worden in het Yvonne Serruys-museum. Van het plaats moeten maken voor een rusthuis naar vernieling en diefstal tijdens opslag in zolders en kelders. Van een nieuwe opstelling in het Stadsmuseum naar opnieuw plaats moeten maken voor andere exposities... Er lijkt hier een patroon te ontstaan.
Het is dus belangrijk dat de vraag gesteld wordt of het legaat van Serruys waardevol genoeg is om een permanente plek te krijgen in Menen, en zo haar testament in te willigen. Indien dit zo is, hoe kan men dit dan op een zo duurzaam mogelijke manier bewerkstelligen? Daarvoor werd gekeken naar het belang van Serruys' werk tijdens haar leven aan de hand van contemporaine bronnen. Er werd gekeken naar archiefmateriaal omtrent de musea (totstandkoming, werking etc.) en ten slotte werd een mogelijke piste voor een toekomstige permanente tentoonstelling aangehaald, namelijk het Schaulager-model.
Hoewel haar legaat op een iets minder warme manier werd ontvangen door bijvoorbeeld Jean-Pierre Esther, die het kwalitatief en kwantitatief niet erg aanzienlijk noemde, of de Menenaars die het nog iets te naakt vonden (volgens Frans De Vleeschouwer), is het toch van groot belang. Het is één van de grootste collecties uit een oeuvre van een kunstenares die in haar eigen tijd werd geplaatst naast namen als Auguste Rodin en Camille Claudel. Het is dan ook belangrijk om dit werk blijvend toegankelijk te houden voor iedereen die het wil bezichtigen.