C-Mine
Stad Genk
Koolmijn Winterslag, C-mine 10/bus 1, 3600 Genk
Context
Ontstaansgeschiedenis
De mijn van Winterslag op de hedendaagse C-Mine-site is de oudste van de zeven Limburgse steenkoolmijnen. In 1901 ontdekt André Dumont de aanwezigheid van steenkool in de bodem en worden concessies toegekend aan verschillende industriële groepen. In 1912 wordt voor de uitbating een maatschappij opgericht met verschillende aandeelhouders, waarvan een mijngroep uit Henegouwen en de Franse groep Schneider de belangrijkste zijn. De ontginning vindt plaats vanaf 1917 tot aan de sluiting in 1988.
Zowel de ontdekking van het steenkool als het sluiten van de mijn zo’n zeventig jaar later, zorgen voor een ommekeer in de Genkse economie en samenleving. Van een rustig dorp met drieduizend inwoners rond 1900 wordt Genk een stad met drie steenkoolsites op haar grondgebied: Zwartberg, Waterschei en Winterslag. De site van Winterslag beslaat een enorm terrein dat na de sluiting een herbestemming moet krijgen. In 1993 verwerft het mijngebouw het statuut van beschermd monument maar de kolenwasserij, de steenbakkerij, werkhuizen en koeltorens zijn verdwenen. Het machinegebouw, de lampen- en douchezalen en het directiegebouw blijven wel bestaan.
Herbestemming
In 2001 koopt de stad Genk de site over van de Limburgse Reconversie Maatschappij. Het idee heerst om het tot een creatieve hub van kunst en cultuur te maken. De ‘C’ in de naam C-Mine staat voor creativiteit. Cinemazalen, tentoonstellingsruimten, theaterzalen, coworkingruimtes en een museum krijgen een plaats in de site. Ook de LUCA School of Arts bouwt een campus net naast de site. De mijnerfgoedsite speelt zo een belangrijke rol als cultureel en artistiek centrum van Genk.
In 2008 neemt Euroscoop de Lampisterie (lampen- en douchezalen) over om daar een bioscoop in te bouwen. Er wordt een parking aangelegd, waar bezoekers gratis kunnen parkeren. Met de opbrengst van het gebruik van de site door Euroscoop, kunnen verdere investeringen gefinancierd worden. In 2010 besluit de stad Genk bovendien om haar cultureel centrum op de site te vestigen. Ook andere oude constructies, zoals het bureelgebouw, worden opnieuw ingericht. Zo is hier het CRIB gevestigd, een organisatie die jonge ondernemers ondersteunt. Ook het energiegebouw en de magazijnen krijgen een nieuwe invulling. Het energiegebouw krijgt onder meer de functie van onthaal- en receptieruimte. In de flanken van deze structuur worden een schouwburg en een kleiner auditorium gebouwd.
Herbestemmingsvraagstuk
De herbestemming van de steenkoolsite van Winterslag is afgerond. Alle resterende gebouwen kregen een nieuwe invulling. Met de verhuur van de douchegebouwen aan een bioscoopbedrijf bewees de stad aan investeerders dat C-Mine een rendabel project was. Dat stimuleerde de toekenning van nieuwe financiering, zodat de herbestemming naar een cultureel en commercieel centrum sneller dan de herbestemming van andere mijnen in Limburg voltooid werd.
C-mine streeft ernaar om creatief en artistiek talent te stimuleren. In samenwerking met enkele kunstenaars is het geheel getransformeerd tot een hedendaagse, functionele ruimte waarin de historische structuur en esthetiek toch bewaard zijn. De originele machines, trappen en tegels zijn geïntegreerd in het decor en verwijzen naar de geschiedenis van het gebouw. Het herbestemmingsproject volgde daarmee de richtlijnen die geformuleerd zijn in het Charter van Venetië uit 1964 met betrekking tot de restauratie en conservatie van materieel erfgoed. Naast het vervullen van de functie ‘cultureel centrum’ is er dus ook belangstelling voor het weergeven van het verleden.
Sinds 2001 is stad Genk eigenaar van de site. De herbestemming vertrok vanuit de noden van de stad. Door de vestiging van andere bedrijven en organisaties zoals Euroscoop, verschillende start-ups, een bar en een kunstschool kan de site ook financieel worden onderhouden.
ISHKA DESMEDT, EMY-LI CHRISTIAENS, YANNICK FEVERY, WINDE GODERIS, MATTHIEU DE COCK
MEER WETEN?
Anoniem. “Geschiedenis.” C-Mine. Geraadpleegd 30/03/2023. https://www.c-mine.be