Zinkmijn Kelmis
Geschiedenis
Oorspronkelijke bestemming
Al in de vijftiende eeuw ontdekt men zink in de bodem nabij de huidige stad Kelmis. Toch wordt de ontginning op industriële schaal pas winstgevend wanneer de Luikse scheikundige Jean-Jacques Dony een manier vindt om zink te winnen. Dony krijgt een concessie voor 50 jaar. Ondanks zijn uitvinding gaat de Luikse scheikundige toch failliet en gaf hij zijn onderneming door aan een vriend. Het belang en de ligging van de mijn geven ook aanleiding tot politieke conflicten. Tijdens het Congres van Wenen in 1815 vormt dit een twistpunt tussen het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen. Beide landen gunden elkaar de mijn niet waardoor uiteindelijk Neutraal Moresnet ontstond. In 1837 sticht Mosselman in dit gebied de ‘Société des Mines et Fonderies de Zinc de la Vieille-Montagne’ of kortweg de Vieille-Montagne. Dit bedrijf heeft een sterke economische en politieke greep op het gebied. In 1885 is de mijn uitgeput maar de fabrieken zelf blijven wel draaien op ingevoerde ertsen. De Duitse troepen bezetten het Neutraal Moresnet tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog kent het Verdrag van Versailles dit gebied toe aan België. De economische activiteiten van de mijn stopt finaal rond 1950 en de fabrieken zelf gaan op in 1989 op in de Union Minière. Vandaag rest enkel de Casinovijver, twee afvalhopen en het directiegebouw van de Vieille-Montagne.
Herbestemming
De overblijvende gebouwen van de zinkmijn (directeurswoning en een deel van het station) zijn recent (2018) herbestemd tot museum. Het omliggende landschap heeft een recreatieve functie als natuurreservaat gekregen. In 1984 opent het ‘Göhltalmuseum’ of Geuldalmuseum in een oude villa in Kelmis de deuren. Hier plaatst de lokale vereniging voor geschiedenis van Kelmis het mijnerfgoed in de kijker. In 2014 koopt de gemeente Kelmis het directiegebouw van de Vieille-Montagne. De eigenaars van dit gebouw hebben het gebouw uitzonderlijk goed bewaard. De originele blauwgroene tegeltjes, glasramen en versierde trap kunnen nog bewonderd worden. De dakbedekking is nog, net als verschillende andere gebouwen in de buurt, geheel van zink. In 2018 opent het nieuwe “Museum Vieille Montagne”, dat ook erkend wordt door de duitstalige gemeenschap, de deuren. Het ontwerp is gemaakt door architect Ravi Eiche.
De museumorganisatie wil interesse opwekken bij een breed publiek over de drie grenzen heen. De permanente expositie benadrukt voornamelijk de uitzonderlijke politieke geschiedenis van Neutraal Moresnet en het economische verhaal van de zinkindustrie. Zowel bij het wandelpad doorheen het landschap als bij het museum lijkt er weinig aandacht te zijn voor de ecologische impact van het museum.
De ovens zijn afgebroken en de zinkmijn is toegelegd. Op de plek van de vroegere zinkmijn bevindt zich nu een afvalberg. In het omringende landschap kan je nog verschillende andere sporen naar het mijnverleden ontdekken. Je kan wandelen langs de Casinovijver waarvoor de Vieille-Montagne in 1862 een stuwwal aanlegde en hier het zinkerts waste. Ook op de aangrenzende afvalberg is een wandelpad aangelegd. De bodem is vervuild door de jarenlange industrie en rijk aan zware metalen. Hierdoor is het een habitat voor specifieke planten die zich hebben aangepast aan deze zinkrijke bodem. Het bekendste voorbeeld hiervan is het zinkviooltje.
Herbestemmingvraagstuk
Het herbestemmingsvraagstuk is ingevuld met een museale en recreatieve functie. Toch resten er nog enkele uitdagingen zoals de vraag om al dan niet de bodem rond de Casinovijver en de zinkmijn te saneren. Het is een uitdagende afweging aangezien het saneren van deze bodem gezonder voor de omgeving is, maar ook een einde zou kunnen betekenen voor deze typische regionale biodiversiteit. Op deze site is er nog geen aandacht voor de milieu-impact van de mijn. Nochtans zouden initiatieven van bodemonderzoek of een kenniscentrum rond energietransities een veelbelovende toekomst van het erfgoed kunnen betekenen. Daarnaast lijkt het dat er bij de omwonende bevolking weinig kennis of interesse in het mijnerfgoed aanwezig is. Het merendeel van de bezoekers zijn afkomstig uit het buitenland, voornamelijk uit Nederland. De directie beschouwt het als een uitdaging voor de toekomst om een groter doelpubliek aan te spreken en de lokale bevolking te betrekken.
MARTIJN COLLIJS, PAULIEN DAELMAN, FREDERIK VELDEMAN EN STAN VERTOMMEN
MEER WETEN?
Van Reybroeck, David. Zink. De Bezige Bij, 2018. https://www.debezigebij.nl/boek/zink/.
Dröge, Philip. Moresnet: opkomst en ondergang van een vergeten buurlandje. Het Spectrum, 2016.