Tuinwijk Waterschei
Stad Genk
Tuinwijk Waterschei
Context
Ontstaansgeschiedenis
In de buurt van de terril in Zwartberg in Genk ligt de vroegere mijnwerkerswijk ‘de Tuinwijk van Waterschei’ met veel groen en open ruimtes. Het vindt zijn oorsprong tijdens de jaren 1920 als huisvesting voor het personeel van de mijnsite in Waterschei. Het concept van uniforme en regelmatige koppelwoningen uit de jaren 1910 wijzigt vanaf 1922 in diverse woninggroepen. Deze verschuiving markeert een verandering van een ‘cité industrielle’ tot een ‘cité jardin’ waar de tuinwijkgedachte inspeelt op ordening en groen.
Opvallend aan de wijk is dat het deel ten noorden van de Onderwijslaan een Engels landschapspark is, met een weloverwogen schikking van straten en lussen. De architecturale vormgeving is typisch voor de tuinwijkgedachte: woningen met verschillende details, maar in een harmonieus verband door gestandaardiseerde elementen als puntvormige gevelverhogingen en dynamische dakvolumes met dakkapellen. Met de woningen nabij de mijnsite treden het mijnbestuur en de kerk op als ‘toezichter’ van de werknemers.
Als gevolg van de shift in houding van het mijnbestuur tegenover haar werknemers is er nood aan stabiele werknemers. Het bestuur wil goede leefomstandigheden bieden zodat ze een gelukkig bestaan zouden kennen en is een manier om ze aan zich te binden. Ook de focus op ruimte en natuur in de wijk wordt heel belangrijk geacht in functie van de gezondheid van de werknemers. De woninggroepen in de wijk bestaan uit gekoppelde eengezinswoningen en grootschalige logementshuizen. Deze laatste zijn voor alleenstaande mijnwerkers. De bewoners kunnen gebruikmaken van de collectieve voorzieningen in het parochiaal wijkcentrum De Kring die instaat voor alle noden en zijn voorzien van een zaalkerk, een welvaartwinkel, bibliotheek, ziekenfonds en krantenwinkel. In 1923 wordt deze aangevuld met een schoolcomplex en kloosters. Dit alles is voor het gemak van de mijnfirma, zodat de mensen niet uit huis moeten en ze zo letterlijk de werknemers dicht bij hen kunnen houden. De inwoners worden ook verwacht gebruik te maken van deze faciliteiten, zoals ook de speeltuinen tussen de woningen reeds dienen om interactie te voorzien tussen nieuwe generaties.
Herbestemming
Hoewel de steenkoolproductie in België aan het begin van de jaren 1950 piekt, is het succes tanende. De concurrentie van goedkope kolen, gas en olie uit Oost-Europa en Amerika zorgt voor een ware kolencrisis. De Belgische steenkoolproductie moest één derde krimpen, ook in Limburg. Na 1955 wordt er door het mijnbedrijf dan ook nog amper bijgebouwd in de tuinwijk. Om hun groeiende schuldenput te dempen verkoopt de mijn vanaf 1960 de woningen aan de (oud-)mijnwerkers. De nieuwe eigenaars drukken maar al te graag hun persoonlijke stempel op hun woning. Typisch Vlaamse koterijen, niet-vergunde garages en aanbouwen schieten uit de grond en op heel wat daken verschijnen TV-antennes en later ook zonnepanelen. Ook voortuintjes worden verhard om te voorzien in de krappe parkeermogelijkheden en heel wat gevels worden van een nieuw kleurtje of een laagje plamuur voorzien.
Met de instroom van buitenlandse werkkrachten vanaf de jaren 1960 verandert ook de bewonerssamenstelling van de wijk. Waterschei wordt een multiculturele buurt, die meer dan 60 nationaliteiten telt. Turken, Italianen en autochtone inwoners vormen de grootste groep. Verder zijn er ook inwoners van Marokkaanse, Spaanse, Griekse en Poolse origine. Sinds 1996 is vzw SAAMO Limburg actief in buurthuis De Singel. Bij deze organisatie kunnen bewoners terecht met allerlei vragen en voor buurtinitiatieven zoals kookprojecten en sportsessies.
De nieuwkomers en het tanende belang van steenkool als grondstof zorgen in de naoorlogse periode voor heel wat machtsverschuivingen. Veel gemeenschapsgebouwen worden overgedragen aan de gemeente Genk en krijgen een nieuwe invulling. Zo verliest ook de katholieke kerk haar greep op de cité. Andere levensbeschouwingen, vaak meegebracht door de nieuwkomers, zoeken en vinden plaats. Zo worden bijvoorbeeld enkele leegstaande (logements)gebouwen omgevormd tot een moskee of een Oekraïense Byzantijns-Katholieke parochiehuis. Nieuw identiteiten komen en ontplooien zich in de citéwijk.
Herbestemmingsvraagstuk
Hoewel de steenkoolproductie in België aan het begin van de jaren 1950 piekt, is het succes tanende. De concurrentie van goedkope kolen, gas en olie uit Oost-Europa en Amerika zorgt voor een ware kolencrisis. De Belgische steenkoolproductie moest één derde krimpen, ook in Limburg. Na 1955 wordt er door het mijnbedrijf dan ook nog amper bijgebouwd in de tuinwijk. Om hun groeiende schuldenput te dempen verkoopt de mijn vanaf 1960 de woningen aan de (oud-)mijnwerkers. De nieuwe eigenaars drukken maar al te graag hun persoonlijke stempel op hun woning. Typisch Vlaamse koterijen, niet-vergunde garages en aanbouwen schieten uit de grond en op heel wat daken verschijnen TV-antennes en later ook zonnepanelen. Ook voortuintjes worden verhard om te voorzien in de krappe parkeermogelijkheden en heel wat gevels worden van een nieuw kleurtje of een laagje plamuur voorzien.
Met de instroom van buitenlandse werkkrachten vanaf de jaren 1960 verandert ook de bewonerssamenstelling van de wijk. Waterschei wordt een multiculturele buurt, die meer dan 60 nationaliteiten telt. Turken, Italianen en autochtone inwoners vormen de grootste groep. Verder zijn er ook inwoners van Marokkaanse, Spaanse, Griekse en Poolse origine. Sinds 1996 is vzw SAAMO Limburg actief in buurthuis De Singel. Bij deze organisatie kunnen bewoners terecht met allerlei vragen en voor buurtinitiatieven zoals kookprojecten en sportsessies.
De nieuwkomers en het tanende belang van steenkool als grondstof zorgen in de naoorlogse periode voor heel wat machtsverschuivingen. Veel gemeenschapsgebouwen worden overgedragen aan de gemeente Genk en krijgen een nieuwe invulling. Zo verliest ook de katholieke kerk haar greep op de cité. Andere levensbeschouwingen, vaak meegebracht door de nieuwkomers, zoeken en vinden plaats. Zo worden bijvoorbeeld enkele leegstaande (logements)gebouwen omgevormd tot een moskee of een Oekraïense Byzantijns-Katholieke parochiehuis. Nieuw identiteiten komen en ontplooien zich in de citéwijk.
LIEN DE RYDT, MARIE VERSTAEN, VICTORIA BOONE, LINDE VAN SEVEREN
MEER WETEN?
Keuen, Paul. Mijn Cité. Met de mijncités naar de 21ste eeuw. Genk: Stebo, 2010.
“Buurtopbouwwerk Waterschei,” De Sociale Kaart, https://www.desocialekaart.be/fiches/529332/algemeen
Julie Verhelst, “Steenkoolmijn van Waterschei: Tuinwijk,” Inventaris onroerend erfgoed 2023, geraadpleegd 30.03.2023, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/122160