Samen op de barricades? Emile en Lalla Vandervelde
Op 15 februari 1901 huwen Emile Vandervelde (1866-1938) en Helen Speyer (1870-1965). Beide partners hebben al een geëngageerd en bewogen leven achter de rug. Emile komt uit een gegoede liberale familie, maar is rond de eeuwwisseling uitgegroeid tot dé leidersfiguur van de socialistische politieke familie. Ook internationaal heeft hij een stevige reputatie opgebouwd. Helen, die na haar huwelijk met Emile de geschiedenis ingaat als Lalla Vandervelde, is een Britse feministe met Duits-Joodse wortels en een uitgebreid netwerk in internationale artistieke kringen.
Le Patron
Emile Vandervelde komt ter wereld in een Brussels burgerlijk milieu. Zelfs in de periode dat hij uitgroeit tot de voorman van de socialistische beweging, blijven daar nog trekjes van over. Zo gaat hij in 1896 een schermduel aan, een gebruik uit het ancien régime waar een gevangenisstraf op staat. Vandervelde is aanvankelijk actief in liberale kringen, maar als student aan de Université Libre de Bruxelles maakt hij kennis met het socialisme.
In 1885, op negentienjarige leeftijd, wordt hij lid van de net opgerichte Belgische Werkliedenpartij (BWP). En dan gaat het snel: op zijn achtentwintigste wordt hij voor het eerst verkozen in het parlement. Belangrijker nog: in datzelfde jaar, 1894, is hij eindredacteur van het Charter van Quaregnon, de basistekst van het Belgische socialisme.
De strijd voor het algemeen enkelvoudig stemrecht wordt in de volgende decennia het speerpunt van de socialistische politieke actie. In 1914 benoemt de koning Vandervelde tot minister van Staat, maar echte ministerfuncties vervult hij pas na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Robert Abs, die heel wat gepubliceerd heeft over de geschiedenis van het Belgisch socialisme en zijn belangrijkste leiders, ziet in Vandervelde de ideale leider van de socialistische beweging. Volgens hem verenigt hij de noodzakelijke kwaliteiten in één persoon: 'volkstribuun, theoreticus, staatsman, diplomaat en militant.'
Emile gaat internationaal
Vandervelde groeit op korte tijd uit tot onbetwiste leider van het Belgische socialisme. Het bezorgt hem de vandaag wat dubbelzinnig klinkende bijnaam ‘Le Patron’. Maar ook op de internationale scène maakt Vandervelde indruk. In 1891 houdt de Tweede Internationale, de koepel van Europese socialistische partijen, een eerste congres in Brussel en richt er een permanent bureau op.
Vandervelde wordt in 1900 voorzitter van de Tweede Internationale en blijft dat tot 1918, een onmiskenbare erkenning van zijn invloedrijke positie, maar ook van het toenmalige internationale gewicht van de Belgische socialistische beweging. Na de vaak verhitte vergaderingen van de Internationale in Brussel fungeert het salon van het herenhuis van Vandervelde als informele ontmoetingsplaats. Gasten zijn o.a. Jean Jaurès, Pieter Jelles Troelstra, Rosa Luxemburg en Lenin.
In zijn functie als voorzitter onderneemt Vandervelde heel wat buitenlandse reizen, al dan niet gekoppeld aan internationale vergaderingen of congressen. Op het congres van Londen in 1896 is hij rapporteur over de agrarische kwestie. Vier jaar later, op het congres van Parijs, rapporteert hij over de strategische kwestie van politieke bondgenootschappen met burgerlijkje partijen. Tijdens het congres van Amsterdam in 1904 komt het tot verhitte discussies tussen verschillende strekkingen: Vandervelde werkt zich uit de naad als bemiddelaar.
De toenemende spanning tussen de Europese grootmachten heeft een directe impact op de Internationale: op het congres van 1907 in Stuttgart is Vandervelde rapporteur van de commissie militarisme en de internationale crisis. Op latere congressen, zoals dat van Kopenhagen in 1910 en Basel in 1912, worden nog verwoede pogingen gedaan om tegenover de oorlogsdreiging een internationaal socialistisch front te vormen. Op dat laatste congres is Vandervelde niet present wegens ziekte; Edward Anseele neemt de voorzittershamer over.
Reizen in het bloed
Reizen is voor Vandervelde niet enkel een verplichting die verbonden is aan zijn functie, maar de verderzetting van een eerdere gewoonte. Nog voor hij Lalla leert kennen, reist Emile uitgebreid rond in Europa, soms te voet en in het gezelschap van gelijkgezinden. Hij legt contacten met hervormingsgezinde kringen in Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland en Italië.
Hij hecht ook veel belang aan het ter plaatse bekijken van socialistische realisaties en industriële ontwikkelingen. In zijn memoires omschrift Vandervelde zijn bestaan als ‘un peu nomade’. Voor Vandervelde is het persoonlijke politiek en omgekeerd, een opvatting die hij deelt met andere socialistische tenoren.
Proletariërs aller landen
Een van de basisideeën in de socialistische denkwereld is dat het kapitalistisch economisch systeem wereldomvattend is. Daaruit volgt dat de arbeidersbeweging als tegenmacht in opbouw zich ook internationaal moet organiseren. Dat is echter vaak meer een vrome wens dan een werkelijkheid. De diverse opkomende socialistische bewegingen werken in een nationaal kader, een handicap die de industriële wereld veel minder heeft.
Op cruciale momenten, zoals bij het begin van de Eerste Wereldoorlog, kiezen bijna alle socialistische partijen voor hun eigen vaderland en niet voor het ideële internationalisme. Dat belet evenwel niet dat er continu pogingen gedaan worden om het internationale ideaal te realiseren. Een uitgelezen instrument daarvoor zijn de internationale congressen: het zijn ontmoetingsplaatsen tussen de leidende figuren van de nationale socialistische bewegingen. Het zijn ook momenten waar lokale ervaringen worden uitgewisseld, waar organisatiemodellen als dat van de Gentse Samenwerkende Maatschappij Vooruit druk worden besproken en waar vaak heftige ideologische debatten worden gevoerd en beslecht.
Een gevecht op vele fronten
Progressieve intellectuelen zoals Vandervelde hebben doorgaans een heel brede hervormingsagenda. Niet alleen de politieke emancipatie en de economische lotsverbetering van de arbeidsklasse zijn strijdpunten, ook hun ‘zedelijke’ toestand krijgt aandacht. Zo toont Vandervelde zich een consequent tegenstander van het alcoholgebruik dat in arbeidersmiddens een verwoestend effect heeft. De wet van 1919 die het verbruik van alcohol in België regelt, gaat de geschiedenis in als de Wet Vandervelde.
Frappante discriminaties, zoals het lotingsysteem voor militaire dienst waarbij jongemannen uit gegoede middens zich kunnen vrijkopen, neemt Vandervelde ook op de korrel. Vandaar is de stap naar de bredere problematiek van oorlog en vrede snel gezet. Vanuit zijn internationaal perspectief komt ook het kolonialisme in beeld: Vandervelde toont zich een hardnekkige tegenstander van de Onafhankelijke Congostaat, het privédomein van Leopold II.
Ook minder evidente thema’s, zoals de landbouwproblematiek, dragen zijn belangstelling weg. De brede interesse van Vandervelde gaat terug op zijn jonge jaren: hij studeert niet alleen rechten en sociale wetenschappen, maar later ook biologie en psychiatrie. Voor zijn doctoraat, Enquête sur les associations professionelles d’artisans et d’ouvriers en Belgique, maakt hij uitgebreid gebruik van statistiek.
Een brede scoop
Vandervelde promoot zijn ideeën en overtuigingen met diverse middelen en op uiteenlopende fora. Uit getuigenissen van tijdsgenoten blijkt dat hij een begenadigd en gewaardeerd spreker is, zowel op talloze bijeenkomsten in België als op internationale congressen. Hij reist ook wat af. Opvallend veel foto’s van Vandervelde tonen de man terwijl hij een publiek toespreekt.
Daarnaast zet hij zijn ideeën kracht bij met de publicatie van boeken en brochures. Heel veel daarvan hebben de industriële maatschappij, de arbeidersklasse en het socialisme als onderwerp. Zo publiceert hij in 1898 Le socialisme en Belgique en Vers le collectivisme. Ook zijn andere aandachtspunten komen in publicaties aan bod: in 1897 publiceert hij over de landbouwkwestie en in 1899 over het alcoholprobleem.
In 1903 verschijnt de tekst van een interpellatie in de Kamer onder de scherpe titel La politique coloniale: Caoutchouc et mains coupées. Vandervelde is ook niet te beroerd om zich ter plaatse van de situatie te vergewissen, zo maakt hij in 1908 een eerste reis naar Congo.
Helen wordt Lalla
Helen Speyer groeit op in een kosmopolitische familie met wortels in de Duits-Joodse financiële wereld. Haar vader verhuist tien jaar voor haar geboorte naar Londen. Haar bijnaam ‘Lalla’ heeft ze te danken aan haar Italiaanse grootmoeder. In 1886 verhuist het gezin opnieuw, naar Frankfurt, maar Helen of Lalla wordt op internaat gestuurd naar Brussel.
In 1892 trouwt ze met haar stiefoom en gaat het koppel in Sint-Joost-ten-Node wonen. Het wordt geen gelukkig huwelijk. Lalla beweegt zich wel volop in de artistieke en culturele kringen van Brussel, dat vaak ‘le petit Paris’ wordt genoemd.
Emile en Lalla
Emile begint met Lalla te corresponderen in de herfst van 1896. In zijn eerste brief schrijft hij over een reis naar Hongarije, waar hij deelneemt aan het zevende Universele Vredescongres. Hij heeft haar eerder leren kennen in de kringen van een Brits koppel: Anne Cobden, de socialiste en voorvechtster van vrouwenrechten, en haar man Thomas Sanderson, een kunstenaar uit de Arts and Crafts-beweging. Vandervelde is danig onder de indruk van de manier waarop dit koppel samenleeft. In zijn memoires schrijft hij: 'Misschien is het dankzij hen dat ik ben gaan begrijpen hoe sommige Engelse huishoudens in perfecte geestesverbondenheid kunnen leven, terwijl ze gedurende lange tijd niet onder hetzelfde dak leven.'
Emile en Lalla blijven corresponderen. In de zomer van 1900 reist Emile naar Zwitserland voor een ontmoeting met lokale socialistische volksvertegenwoordigers. De afspraak is aan het meer van Genève. Op dat moment verblijft Lalla in een sanatorium aan dat meer … Enkele maanden later trouwen Emile en Lalla in Engeland, want de scheiding van Lalla met haar eerste echtgenoot is nog niet geregeld. Het echtpaar Cobden-Sanderson is aanwezig op de plechtigheid. Na hun huwelijk reizen Lalla en Emile nog vaak naar Engeland, op bezoek bij de ouders van Lalla.
Samen op de barricades?
Voor haar huwelijk met Emile is Lalla niet (partij)politiek actief. Maar door haar vele reizen en kosmopolitische kenniskring is ze zeker niet wereldvreemd en is ze in staat om toestanden in verschillende landen te vergelijken. Zo is Lalla gechoqueerd door de situatie van vrouwen in België. In 1902 schrijft ze: 'Ik heb veel gereisd en lang in het buitenland gewoond, maar ik moet toegeven dat ik de vrouw nog nooit zo sans gêne, zo weinig [sic] respectloos heb zien behandeld worden als in België. Ik ben lang niet de enige die er zo over denkt, alle buitenlanders, Fransen, Engelsen, enz. die dit land kennen, denken er precies zo over.'
Lalla vergezelt haar man vaak op zijn talrijke meetings. Daardoor groeit haar interesse in de politiek en in het alternatief voor de bestaande orde dat socialisten als Emile propageren. Bij Lalla groeit de verwachting dat ze hem – en bij uitbreiding de hele socialistische beweging – mee kan ondersteunen.
De kwestie van het stemrecht voor vrouwen lijkt het ideaal terrein daarvoor. Maar op dit vlak neemt de socialistische beweging een dubbelzinnige positie in. Principieel is ze voorstander, maar vanuit tactische overwegingen laat de beweging de eis voor vrouwenstemrecht varen in een compromis met de liberalen voor de strijd voor het algemeen stemrecht. Die dubbelzinnigheid blijkt een constante binnen de beweging: 'Tous les congrès socialistes proclament l’égalité des sexes, mais on se dérobe quand il s’agit de réaliser les principes,' stelt de feministe Isabelle Gatti de Gammond.
Lalla krijgt van de Nationale Federatie van Socialistische Vrouwen de weinig benijdenswaardige opdracht om dit publiek te maken. Dit lokt zowel in België als daarbuiten heel wat kritiek uit. En het laat Lalla zelf ook niet onberoerd. Ze schrijft in haar memoires: '(…) het was een bittere teleurstelling te moeten vaststellen dat het in België voor een vrouw niet mogelijk was om persoonlijk deel te nemen aan de politiek. (…) Het enige wat ik kon doen, was onofficieel en zo onopvallend als maar kon, werken in een onofficiële hoedanigheid.'
Blijven timmeren aan de weg
Ondanks deze ontgoocheling blijft Lalla actief in de socialistische vrouwenbeweging, ook op internationaal vlak. Zo vertegenwoordigt ze in 1904 de Nationale Federatie van Socialistische Vrouwen op het congres van de Tweede Internationale in Amsterdam. In België zelf blijft ze niet bij de pakken zitten: ze is een prominent lid van de Cercle d’Etudes des Femmes Socialistes, samen met o.a. Joséphine Denis, de echtgenote van een ander socialistisch kopstuk, Hector Denis.
Lalla maakt ook deel uit van de redactie van Cahiers féministes, het tijdschrift dat de Cercle uitgeeft. In 1905 wordt ze secretaris van het Institut de Hautes Etudes, een soort avondschool die cursussen organiseert over thema’s die te maken hebben met de emancipatie van vrouwen. De sprekers komen uit binnen- en buitenland. Het is voor Lalla een manier om internationale contacten te onderhouden met gelijkgestemde mannen en vrouwen.
Voor- en achterplan
Emile en Lalla gaan maar af en toe samen op buitenlandse missie, hoewel de uitgebreide talenkennis van Lalla hem goed van pas zou komen. Wanneer Emile in 1909 op het punt staat om een tweede keer naar Congo af te reizen, krijgt hij van een journalist de vraag of zijn echtgenote hem zal vergezellen. Het gaat deze keer niet om een fact-finding mission, hij gaat in Leopoldsburg twee Amerikaanse missionarissen verdedigen. Vandervelde antwoordt dat haar gezondheid dat niet toelaat.
Maar in 1914 is de gezondheidstoestand van Lalla blijkbaar geen probleem. Enkele maanden voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is Vandervelde gevraagd om in Rusland te komen bemiddelen tussen rivaliserende politieke facties. Emile en Lalla reizen via Finland naar Rusland en werken een heel programma af. Lalla ziet hoe sterke vrouwen uit de socialistische beweging ook internationaal op het achterplan staan, en hoe hun speelruimte door mannen bepaald wordt.
Ze kan haar energie en engagement wel kwijt in diverse artistieke en educatieve projecten. En op de internationale scène slaagt ze erin om op discrete wijze toch een rol te spelen, bijvoorbeeld in de internationale verontwaardiging over de manier waarop Leopold II zijn privékolonie bestuurt. De Britse journalist en socialistisch politicus Edmund Morel is een notoire tegenstander van de Congopolitiek van Leopold II en de motor achter een internationale campagne die de wanpraktijken in Congo aanklaagt. Vandervelde sluit zich bij die campagne aan, maar het is vooral Lalla die de contacten met Morel onderhoudt. Ze correspondeert met hem en bezorgt hem informatie over parlementaire debatten over de Congokwestie.
Een verhaal met een bittere nasmaak
Kort na de Eerste Wereldoorlog komt er een einde aan het huwelijk van Emile en Lalla. In Souvenir d’un militant socialiste, de memoires van Emile Vandervelde, is Helen ‘Lalla’ Speyer opvallend afwezig. In de biografie Emile Vandervelde, le Patron krijgt ze amper twee vermeldingen. Een autobiografie die Lalla schrijft op haar 54ste, vrij kort na de breuk met Emile, maakt ook niet veel duidelijk.
Over Emile Vandervelde bestaat heel wat literatuur; hij is zelf ook de auteur van diverse boeken en brochures. Er is ook veel beeldmateriaal over hem voorhanden: foto’s, tekeningen, spotprenten … Over en van Helen ‘Lalla’ Vandervelde is er veel minder materiaal: ze komt letterlijk en figuurlijk minder in beeld. Het lijkt erop dat beide partners op de internationale scène zelden samen zijn opgetreden en dat ligt in de lijn van wat Janet Polasky over hun leven als koppel schrijft in haar biografie van Emile: '[ils] semblant mener des vies tout à fait séparées.'
Tekst: Piet Creve
Bibliografie
Bal, Nic. Zij droegen de rode vlag. De legendarische leiders van de socialistische strijd. Antwerpen: Standaard Uitgeverij, 1988.
Calcoen, Rita. "Camille Huysmans op missie in Georgië." Brood en Rozen 16, no. 2 (2011): 64-78.
Carlier, Julie. "Moving Beyond Boundaries. An Entangled History of Feminism in Belgium, 1890-1914." Onuitg. doct. verh., Universiteit Gent, 2010.
Polasky, Janet. Emile Vandervelde, le Patron. Brussel: Éditions Labor, 1995.
Polasky, Janet. The Democratic Socialism of Emile Vandervelde: Between Reform and Revolution. Oxford: Berg, 1995.
Vandervelde, Emile. Souvenirs d’un militant socialiste. Parijs: Les Éditions Denoël, 1939.
Vanthemsche, Guy. "De Belgische socialisten en Congo 1895-1960." Brood en Rozen 4, no. 2 (1999): 31-65.
Vermandere, Martine. Madame Lalla Vandervelde, de eerste echtgenote van Emile Vandervelde. Niet-gepubliceerd artikel. Gent, 2020.