Bewogen burgers
Jessie en Auguste Couvreur

'I was not born with a wife's instinct,' schrijft Jessie Couvreur (1848-1897) op 20 maart 1889 in haar dagboek. Ze is een schrijfster en journaliste en een ambitieuze, onafhankelijke vrouw die inderdaad niet beantwoordt aan wat in de negentiende eeuw verwacht wordt van een dame uit de burgerij. Haar tweede echtgenoot, de liberale politicus en journalist Auguste Couvreur (1827-1894), wordt haar intellectuele partner, een man die haar vooruitstrevende maatschappelijke ideeën deelt. Toch is ook het hervormingsgezinde koppel Jessie en Auguste niet helemaal vrij van burgerlijke moraal en sociale conventies.

 

Jessie en Auguste

Jessie en Auguste ontmoeten elkaar voor het eerst in Venetië. Het is treffend voor hun internationale levensloop dat het buitenland het toneel vormt voor hun eerste kennismaking. Zij is als Jessie Huybers geboren in Londen en heeft een Belgische vader en een Britse moeder. Het grootste deel van haar jeugd brengt ze door in Hobart, de hoofdstad van wat nu Tasmanië heet. De uitwisseling en confrontatie tussen de ‘metropolitaanse’ Europese en de ‘koloniale’ Australische cultuur zal een groot deel van haar leven bepalen. Ze reist veel, woont enkele jaren in Parijs en vestigt zich na haar huwelijk met Auguste in Brussel. Door haar journalistieke en literaire werk, dat ze publiceert onder de naam ‘Tasma’, verbindt ze het Australische publiek met de Europese leefwereld en omgekeerd. De laatste jaren van haar leven vervult ze de rol van Brusselse correspondent voor het Londense dagblad The Times.


Portret Auguste Couvreur

Haar man, Auguste Couvreur, is een geboren Gentenaar, die opgroeit in Nederland en Duitsland en na zijn studies aan de Gentse universiteit een tijdlang in Frankrijk verblijft. Vanaf 1854 is hij werkzaam als journalist, voornamelijk op de buitenlandredactie van L’Indépendance Belge. Gedurende zijn journalistieke carrière zal hij voor verschillende binnen- en buitenlandse bladen werken.

In 1864 wordt hij verkozen als parlementslid voor de Liberale Partij en tot aan de katholieke machtswissel van 1884 behoudt hij zijn mandaat. Zijn internationale loopbaan vloeit voort uit zijn journalistieke en politieke werk, maar nog meer uit zijn engagement. Couvreur is een congresganger en een spilfiguur in het netwerk van hervormingsgezinde bewegingen. In 1862 behoort hij tot de stichtende leden van de Association pour le Progrès des Sciences Sociales (APSS).

Deze organisatie wil door middel van internationale congressen sociale thema’s wetenschappelijk bestuderen en de maatschappij in sociaal-liberale zin aansturen. De TIC databank vermeldt 16 internationale congressen die Couvreur tussen 1856 en 1893 bijwoont. De meeste vinden plaats in Europese steden als Brussel, Parijs of Den Haag en handelen over internationaal recht, de vredesbeweging, welzijn en hygiëne of onderwijs.

Mannelijk en vrouwelijk

Het is dit transnationale engagement dat Jessie en Auguste samenbrengt. Ze zijn niet het enige progressieve, hervormingsgezinde duo. Andere Brusselse voorbeelden zijn broer en zus Henri en Léonie La Fontaine en het echtpaar Hector en Joséphine Denis. De overwegend mannelijke sfeer van het publieke leven en de overwegend vrouwelijke sfeer van het huiselijke leven worden door deze bewogen burgers doorbroken. Dat gebeurt tegen de toenmalige genderpatronen in. In haar dagboek noteert Jessie hoe sommige Brusselse dames het ongepast vinden dat ze boeken schrijft en zelf een inkomen verwerft. Ze vindt Brussel op dat vlak ouderwets en traditioneler dan Australië.

De beknelling van het burgerleven is ook het thema van haar boeken. In haar bekendste roman, Uncle Piper of Piper’s Hill (1889), stelt het vrouwelijke hoofdpersonage het instituut van het huwelijk in vraag. Ook haar latere romans portretteren vrouwen die hun levensvervulling eerder vinden in het volgen van hun eigen verlangens dan aan de haard. Haar literatuur vormt een echo van haar leven, dat ze na de moeizaam verworven scheiding van haar eerste man, de Australiër Charles Fraser, zelf in handen had genomen.

Mrs Grundy

Biografische portret van Auguste Couvreur, 1864

In de jaren 1889-1891 houdt Jessie een dagboek bij. Jessie’s notities getuigen van een actief leven, van reizen naar Constantinopel, Griekenland, Frankrijk en Duitsland, van avonden die ze samen met Auguste doorbrengt in hun herenhuis aan de Chaussée de Vleurgat in Elsene. Een mooie passage over Jessie’s feminisme gaat over Marie Popelin, de eerste vrouwelijke advocate, over wie Jessie schrijft in de Londense Pall Mall Gazette

Maar het dagboek van Jessie leest ook als een getuigenis van de sociale verplichtingen die er waren – de visites, de diners, de familiebezoeken – en van de maatschappelijke druk van het leven op stand. Een gevoel van ennui sluimert in de pagina’s. Op 29 september 1890 houden de Couvreurs een ‘dinner party’ in hun huis. Deze keer vindt Jessie de avond draaglijk omdat Gustave Rolin-Jaequemyns aanwezig is. Deze Gentse liberaal had in 1862 met Couvreur de APSS opgericht en hield zich bezig met brandende kwesties op het vlak van sociale emancipatie en internationaal recht.

In andere passages vergelijkt Jessie haar leven met de high-societykringen die ze met Auguste frequenteert. 'We are desperately poor – from a relative point of view,' schrijft ze. De Couvreurs kunnen zich maar één dienstmeid veroorloven. Daardoor moet Jessie zelf bijspringen in het huishouden. Wanneer ze op 19 februari 1890 een première in de Muntschouwburg bijwoont, schaamt ze zich voor de eenvoudige jurk die ze draagt. 

Een derde thema in het dagboek is de botsing met het maatschappelijke fatsoen. Jessie voert in haar dagboek ‘Mrs Grundy’ op, het personage dat staat voor de bekrompen, bemoeizieke goegemeente. Het is dit archetype dat ervoor zorgt dat ze niet meer mag gaan paardrijden met Karel Buls, de liberale burgemeester van Brussel. 'Les gens commencent à faire des observations,' heet het, en met veel spijt moet ze de tochtjes in het Ter Kamerenbos afzeggen. Andere passages, die alluderen op vluchtige romances en onderdrukte verlangens, kunnen erop wijzen dat haar huwelijk met de twintig jaar oudere Auguste eerder een intellectueel partnerschap was.

Intellectueel engagement

Verschillende internationale congressen wonen Jessie en Auguste samen bij. In de zomer van 1884 is het koppel in Londen. Ze nemen er deel aan de International Health Exhibition, een soort wereldtentoonstelling die op een half jaar tijd meer dan vier miljoen bezoekers trekt. De tentoongestelde objecten handelen over thema’s als gezonde voeding, huisvesting en arbeidsvoorzieningen. Auguste Couvreur treedt er op als voorzitter van de commissie die België vertegenwoordigt.

Tijdens hetzelfde verblijf spreekt Couvreur in Edinburgh over volksonderwijs en neemt hij deel aan de International Conference on Education. In 1893 trekken de Couvreurs helemaal naar Chicago om deel te nemen aan het vijfde Universele Vredescongres, terwijl Jessie ook het World Congress of Representative Women bijwoont. De Couvreurs spelen een dubbele rol: ze participeren aan de congressen, maar doen er ook verslag van in journalistieke stukken. Ze waren het blijkbaar niet altijd eens: 'Op het staathuishoudkundig congres dat in 1894 te Antwerpen werd gehouden, verdedigde zij tegen haren eigen man het staatssocialisme,' schreef een tijdgenoot van de Couvreurs over Jessie.

De congresdeelnames van Auguste houden verband met de bestuurlijke functies die hij uitoefent in verschillende internationale organisaties, zoals de APSS, de Ligue de l’Enseignement en de Société Belge de l’Arbitrage et de la Paix, de Belgische tak van de internationale vredesorganisatie. Auguste Couvreur correspondeert met belangrijke sociale wetenschappers, zoals Emile de Laveleye, en richt in 1890 de Société d’Etudes Sociales et Politiques op. Politici en intellectuelen als Paul Errera, Alphonse Rivier, Gustave Jottrand, Paul Hymans, Emile Vandervelde, Paul Otlet en Henri La Fontaine komen er samen om te debatteren. Ze verzamelen informatie over maatschappelijke thema’s en geven een blad uit. De groep is sterk verbonden met de Université Libre de Bruxelles en vormt een denktank op hoog niveau. In een stuk gewijd aan Couvreur omschrijft Errera de leden van de Société als ‘hommes de pensée et d’action’.

Een van de thema’s waarover gedebatteerd wordt, is het kolonialisme. Auguste Couvreur behoort tot de groep vooruitstrevende liberalen die gelooft in vrijhandel en de sociaal-economische voordelen van een Belgische kolonie. Hij was al aanwezig op de Geografische Conferentie van 1876, die besloot tot het uitsturen van expedities om Centraal-Afrika te exploreren. Nu steunt hij de oprichting van de Onafhankelijke Congostaat en treedt hij toe tot de koloniale lobby rond Leopold II. In 1894, kort voor zijn dood, wordt Couvreur voorzitter van de Société d’Etudes Coloniales.

‘I enjoy speaking in public’

Madame Couvreur, 1890

Als mannelijke beroepspoliticus is het voor Auguste vanzelfsprekend om congressen bij te wonen en genootschappen voor te zitten. Voor Jessie is de situatie anders. Maar juist omdat ze tot de weinige vrouwen behoort die voordrachten geeft, maakt dat haar ook bekend. Haar debuut als ‘conférencière’ vindt plaats aan het begin van de jaren 1880, wanneer ze door geografische en culturele genootschappen gevraagd wordt om lezingen over Australië te geven. Dat gebeurt nadat ze al enige bekendheid verworven heeft als schrijfster van kortverhalen, kunstkritiek en maatschappelijke essays.

Na haar aantreden voor de Parijse Société de Géographie Commerciale volgt een lezingentournee die haar in verschillende Franse en Belgische steden brengt. Op 16 maart 1881 spreekt ze in Antwerpen. Het verslag vermeldt een publieke opkomst van meer dan duizend mensen, waaronder verschillende vrouwen. Haar betoog raakt ook de handels- en economische relaties tussen België en Australië en trekt de aandacht van koning Leopold II. Op 20 maart 1881 wordt Jessie Couvreur ontvangen op het paleis van Laken. 

In het dagboek 1889-1891 besteedt Jessie ruime aandacht aan de lezingen die ze geeft. Op 15 februari 1889 spreekt ze voor de leden van een Brussels genootschap over ‘Melbourne et le Bush Australien’. Een jaar later, op 12 maart 1890, houdt ze in de gebouwen van de Koninklijke Academie een voordracht over ‘Les transformations dans l’état social de la femme’.

Ze vertrouwt haar dagboek toe dat ze haar teksten op voorhand instudeert, zodat ze haar notities niet hoeft te consulteren en zodat het lijkt alsof ze voor de vuist spreekt. De eerste zinnen gaan altijd wat aarzelend, maar daarna: ‘all smooth sailing’. Ze vertelt hoe ze geniet van de aandacht van het publiek, van de bijval en de triomf, van de felicitaties en de bloemen die ze krijgt achteraf. ‘The awful entrance, and the awful beginning once over, I enjoy speaking in public.'

Lokaal en internationaal

Necrologie Auguste Couvreur, 1894

Ondank de internationale horizon van hun engagement zijn Auguste en Jessie als bewogen burgers ook actief op lokaal vlak. In Brussel is Auguste betrokken bij verschillende onderwijsinitiatieven. Hij ondersteunt de soirées populaires die barones Ida de Crombrugghe vanaf januari 1863 in Sint-Joost-ten-Noode organiseert. Dit filantropisch initiatief is erop gericht om vrouwen door middel van wekelijkse spreekbeurten onderwijs en sociale voorlichting te verstrekken.

In de Ligue de l’Enseignement, een in 1864 in Brussel opgerichte, internationale onderwijsbeweging, neemt Couvreur het voortouw in de Brusselse afdeling. Hij spant zich vooral in voor het meisjesonderwijs en richt een Ecole Professionnelle et Ménagère pour Jeunes Filles op, die vandaag nog steeds de naam ‘Couvreur’ draagt. Nog in 1887 zal Couvreur de Gentse liberaal Paul Fredericq adviseren over vrouwenonderwijs.

Zowel het politieke liberalisme van Couvreur als zijn sociaal progressisme worden gedreven door een vrijzinnige overtuiging. Hij behoort tot de Brusselse vrijmetselaarsloge Les Amis Philanthropes (die ook door Emile Vandervelde bezocht wordt) en is gedurende enkele jaren grootmeester van het grootoosten.

Net als Auguste is ook Jessie gericht op vrouwenemancipatie. Een belangrijk middel is literatuur. In 1887, nog voor de verschijning van haar eerste roman, maakt ze bijvoorbeeld plannen om de geëngageerde (en antiklerikale) roman Sophie (1885) van Virginie Loveling te vertalen in het Engels. Ze steunt ook het georganiseerde feminisme als lid van de Ligue Belge du Droit des Femmes. Deze pioniersorganisatie ontvangt de steun van feministische mannen zoals Louis Franck en van de vrijmetselarij; de loge zelf blijft in de negentiende eeuw wel nog gesloten voor vrouwen.

Brussel

Necrologie Jessie Couvreur, 1897

De liberale krant Le Petit Bleu wijdt op 26 oktober 1897 een in memoriam aan Jessie Couvreur, waarin benadrukt wordt hoe geliefd ze was in Brusselse kringen. Het dagboek bevestigt dit. Het document belicht vriendschappen met families uit de mondaine, liberale en universitaire milieus, zoals de Goldschmidts, Vanderkinderes, Buls’, Goblet d’Alviella’s en Philippsons. Mathilde Philippson schildert het portret van Jessie Couvreur. In haar dagboek noteert Jessie hoe ze in juni 1890 hiervoor poseert.

De woning die ze op dat ogenblik met Auguste betrekt, wordt beschouwd als een politiek en artistiek trefpunt. Auguste en Jessie delen er een gemeenschappelijke studieruimte, die gevuld is met boeken, versierd met glas-in-lood panelen, verlucht met landschapsschilderkunst. In 1892 beschrijft een journalist de ruimte waarin het koppel werkt. Hij is onder de indruk van Jessie: ‘Madame Couvreur makes no secret of her militant Radicalism.'

Het is in een bevoorrechte omgeving dat de Couvreurs hun ideeën polijsten en geëngageerde literatuur en journalistiek bedrijven. Jessie en Auguste Couvreur zijn bewogen burgers: vanuit het mondaine Brussel bepleiten ze sociale hervormingen en vrouwenemancipatie.


Tekst: Ruben Mantels

Bibliografie

https://nla.gov.au/nla.obj-416757733/findingaid#nla-obj-417374267 [21 mei 2020]
https://en.wikipedia.org/wiki/Auguste_Couvreur [21 mei 2020]
https://en.wikipedia.org/wiki/Jessie_Catherine_Couvreur [21 mei 2020]

---

UB Gent, "Auguste Couvreur," Vliegende Bladen, VLBL.HFI.C.258.03.
UB Gent, hs.3426/P: Brief van August Couvreur aan Paul Fredericq, 22 mei 1887 en brieven van Jessie Couvreur aan Virginie Loveling, 26 augustus 1887, 3 september 1887, 21 september 1889, 5 november 1887 en 1 december 1887 (alle uitgegeven op dbnl.org).
UB Gent, hs.3640: Brief van Auguste Couvreur aan Emile de Laveleye, 13 maart 1865.

"Auguste Couvreur." Le globe illustré 3, nr. 31, 29 april 1888.
"Mme Couvreur." The Englishwoman's Review of Social and Industrial Questions, no. 29, april 1898, z.p.
"Mme Auguste Couvreur." Le Petit Bleu, 26 oktober 1897.
"Mevrouw Auguste Couvreur." Gazette van Gent, 28 oktober 1897.
"Obituary: Mme. Couvreur." Times (Londen), 24 oktober 1897, 6.
"Tasma at Home." Mercury, 17 augustus 1892, 4.
"The Lady Barrister of Brussels, by a Lady who knows her (Tasma)." Pall Mall Gazette, 6 december 1888.

---

Beilby, Raymond. "Couvreur, Jessie Catherine (1848–1897)." In Australian Dictionary of Biography, National Centre of Biography, Australian National University, http://adb.anu.edu.au/biography/couvreur-jessie-catherine-3270/text4955 [9 maart 2020].

Carlier, Julie. "Moving Beyond Boundaries. An Entangled History of Feminism in Belgium, 1890-1914." Onuitg. doct. verh., Universiteit Gent, 2010.

Clarke, Patricia. Tasma. The Life of Jessie Couvreur. Sydney: Allen & Unwin, 1994.

Coosemans, M. "Couvreur (Auguste-Pierre-Louis), Economiste parlementaire (Gand, 24.10.1827 — Bruxelles, 24.4.1894)." In Biographie Coloniale Belge, IV (1955), kol. 163.

Couvreur, Jessie. Tasma's Diaries: The Diaries of Jessie Couvreur with Another by Her Young Sister Edith Huybers. Onder red. van Patricia Clarke. Canberra: Mulini Press, 1995.

De Coster, Sylvain. "Couvreur (Auguste-Pierre-Louis)." In Biographie Nationale, XV (1983), 227-235.

Hutchison, Ben. Bibliography of Tasma. Wayville: B. Hutchison, 1987.

Errera, Paul. "Auguste Couvreur." Revue sociale et politique, 4 (1894): 82-101.

Van Praet, Carmen, en Christophe Verbruggen. "'Soldiers for a Joint Cause': A Relational Perspective on Local and International Educational Leagues and Associations in the 1860s." BMGN - Low Countries Historical Review 130, no. 1 (2015): 4-24.

Van Acker, Wouter. "Sociology in Brussels, Organicism and the Idea of a World Society in the Period before the First World War." In Information Beyond Borders, onder red. van W. Boyd Rayward, 143-168. Farnham: Ashgate, 2014.

Van Praet, Carmen. Bewogen Burgers. Negentiende-eeuwse liberalen en de sociale kwestie in België (1846-1886). Gent: Liberas/Liberaal Archief, 2019.