De tweede roman van Jessie Couvreur, oorspronkelijk gepubliceerd als een feuilleton in het tijdschrift 'Australasian'. Het verhaal speelt zich af in Australië en heeft ook een intelligente jonge vrouw als heldin.
Een collectie kortverhalen, gepubliceerd in 1890 na het succes van 'Uncle Piper of Piper's Hill'. De gevarieerde, levendige verhalen waren voornamelijk in de jaren 1870 verschenen in magazines zoals de 'Australasian' and 'The Australian Ladies Annual'.
Jessie Couvreur haar eerste en bekendste roman. Uncle Piper of Piper's Hill werd in 1888 eerst als een feuilleton gepubliceerd en verscheen een jaar later in boekvorm. Het verhaal volgt de gespannen relaties tussen de pas verhuisde familie Cavendish en hun gastheren de Pipers. Met een scherp observatievermogen en een gevoel voor satire portretteerde Couvreur zo de middenklasse van koloniaal Melbourne. De roman werd na publicatie zowel in Engeland als Australië met lof ontvangen.
In het artistieke milieu van Brussel ontmoeten de Couvreurs de bankier Franz Moses Philippson en zijn vrouw Mathilde Philippson. Mathilde studeert schilderkunst in het atelier van de symbolist Fernand Khnopff en maakt in 1890 dit portret van Jessie Couvreur. Op 7 juni schrijft Jessie in haar dagboek: 'Madame Philippson is painting my portrait. I climb to the top of her gorgeous and artistic house, two or three times a week, and pose in her beautiful atelier. She is gifted in every respect.'
Een beknopte biografie van Auguste Couvreur, gepubliceerd in een reeks portretten van de leden van de Association Internationale pour le Progrès des Sciences Sociales. De auteur schrijft: 'Dhr. Aug. Couvreur greep gretig alle kansen die zich aandienden om de grote principes van vrijheid te propageren, in de toepassing waarvan België de bron moet vinden van zijn toekomstige welvaart.'
Brief van Auguste Couvreur aan de Belgische econoom en jurist Emile de Laveleye. Couvreur schrijft over de voorbereiding van het vierde en laatste congres van l'Association Internationale Pour le Progrès des Sciences Sociales. Die zou enkele maanden later, in augustus 1865, doorgaan in Bern, Zwitserland.
Adreskaartje waarmee Auguste Couvreur bij de Gentse historicus Paul Fredericq verzoekt om lid te worden van het 21e Nederlandsch Taal en -Letterkundig Congres. In 1891 ging dat congres door in Gent.
Brief van Auguste Couvreur naar de hoogleraar en liberale volksvertegenwoordiger Auguste Wagener. Couvreur geeft zijn goedkeuring voor een rapport die Wagener opstelde.
Brief van Auguste Couvreur aan de Gentse universiteitsbibliotheek. Zijn vrouw Jessie is door een Engels tijdschrift gevraagd om een artikel te verzorgen over het Gravensteen. Het koppel brengt daarvoor een bezoek naar Gent. Auguste verzoekt of ze die ochtend eerst een dossier over het Gravensteen mogen inkijken die de bibliotheek bewaart.
Huwelijksuitnodiging van meneer en mevrouw Van Goethem-Roelants voor de trouw van hun dochter Coralie met Camille Couvreur, de zoon van Auguste Couvreur.
Naar aanleiding van zijn overlijden gaf het Brusselse dagblad L'Indépendance Belge een overzicht van Auguste Couvreur zijn politieke carrière. 'Couvreur was in de Kamer een reformist en revisionist van het eerste uur,' schrijft de liberale krant. La Flandre Libérale, een Vlaams liberaal tijdschrift, nam het stuk over.
Doodsbericht van Jessie Couvreur in de Franstalige liberale krant Le Petit Bleu. Het stuk prijst onder andere Jessie haar lezingen voor de Société Royale Belge de Géographie.
Tekening van Auguste Couvreur in het tijdschrift Le Globe Illustré. De zestigjarige Couvreur zetelt inmiddels niet meer in het parlement, maar blijft tot aan zijn dood actief in verschillende organisaties en het internationale congrestoneel.
Het zesde werk van Jessie Couvreur, deels gebaseerd op haar eerste huwelijk. Na de dood van haar vader verhuist de familie van protagonist Elia van Australië naar Parijs. Daar ondersteunt ze heroïsch haar familie, onder andere door deel te nemen aan een schoonheidswedstrijd.
Jessie Couvreur gekleed in een Turks kostuum. De foto werd genomen tijdens een bezoek naar Constantinopel samen met Auguste. In haar dagboek beschrijft Jessie hoe tevreden ze is met het portret: 'A few days before leaving, Auguste had my portrait taken in Turkish costume - stayless - and in loose robe, broidered trousers and small cap - with hair hanging loose to below the waist. I was rather afraid that the effect would be caricatural - and am very pleased that it is the reverse. I think it would be wise to abstain from being photographed for the rest of my natural life - and to rest upon this Turkish presentment of myself, as one rests upon ones laurels. I have never had - and it would be hard to have - a more satisfactory portrait taken.'