Zaak 24 (1929, Antwerpen)

Alice Geirnaert

Het burgerlijk appartement tijdens het interbellum

 

Op 11 juli 1929 wordt het echtpaar A.VDV., makelaar in Antwerpen, en J.P., weduwe, dood teruggevonden in hun appartement in Antwerpen. Een dag eerder was er een loodgieter langsgekomen om werken uit te voeren aan de gasleiding. Die nacht ruikt J.P. vermoedelijk een gasgeur, denkt dat de loodgieter de leiding open heeft laten staan en draait de kraan, die wel degelijk toe was, per ongeluk net open, met de gasvergifting van het echtpaar en hun hond tot gevolg. Wanneer dezelfde loodgieter de ochtend van 11 juli nietsvermoedend terugkeert om zijn werk verder te zitten, treft hij de slachtoffers aan.

 

Sobere vertrekken met een rijkelijke inrichting

Het appartement geeft een unieke inkijk op het dagelijks leven van het echtpaar. Waar in eerste instantie enkele kleine, rommelige vertrekken te zien zijn valt na een tweede blik op dat de bewoners zich omringd hebben met meubilair en objecten van een hoogstaande kwaliteit. Het houten meubel ensemble van het bed, de grote  kledingkast en de wastafel met marmeren blad zijn imposant in de relatief kleine ruimte. De slaapkamer dient verder ook als woonkamer met de chaise longue als pronkstuk. Het berenvel was een modieus element in het burgerinterieur tijdens de tweede helft van de 19e eeuw en zal ook in dit Interbellum interieur een centrale plaats krijgen voor de schouw. Andere tekenen van welstand zijn de imposante klokpendule met kandelaars, de statige spiegel op de schouwmantel en de vele cosmetica flesjes en juwelen die over de vertrekken verspreid zijn. In contrast met de traditionele elementen in de slaapkamer is de hanglavabo met stromend water een modern element in de voorkamer. De grote muurspiegel waartegen glazen leggers bevestigd zijn en het handdoekenrekje vervolledigen deze wasfaciliteit. Op het nachtkastje naast de deur staat een niet-ingelijst kleurrijk stilleven. De heer A.VDV. kon tijdens een van zijn projecten als makelaar voor een mooie prijs het kunstwerk van een herbergier kopen, vertelt het dossier ons.

 

Zicht op een gelaagde socio-economische realiteit via het interieur

Het appartement bevindt zich op de tweede verdieping van een herenwoning in het centrum van Antwerpen en telt drie aaneengesloten kamers. De slaapkamer, eveneens ook de mooist ingerichte kamer, is gesitueerd naast de voorkamer waar de toegangsdeur zich bevindt. De badkamer, met gasgeiser en ligbad, sluit hierop aan en deelt op de gemeenschappelijke muur met de voorkamer een raam. Ondanks deze tekenen van welstand vallen ook elementen op die het tegendeel indiceren. Er ontbreken gordijnen aan de twee ramen van de slaapkamer, tenzij een half gedrapeerd doek, en er zijn tekenen van verval te zien aan de kamers, zoals loskomend behangpapier. Het behangpapier zelf is sober en kent enkel bovenaan een decoratief element in de vorm van florale Art Nouveau motieven.

De inrichting van de ruimtes, de afwerking en de objecten waarmee ze gevuld zijn, geven een indicatie van de compexe socio-economische welstand van de bewoners en schetst een uniek beeld van hun levensomstandigheden aan het einde van de jaren ’20 in Antwerpen.

 

Beelden plaats delict

Referentiebeelden

Nagelvaste afwerking 
Losse afwerking 

Meubilair 

Decoratieve elementen

Case op de kaart 

In het gerechtelijk dossier van de Antwerpse politie is herhaaldelijk een afwijkende plaatsbeschrijving te vinden over de woonst van de zaak. Meermaals wordt er verwezen naar “Hospitaalstraat 42” of “Rue de l’hôpital”, maar er zijn ook vermeldingen van de “Gasthuisstraat”.  Enkele krantenartikelen die de plaats delict beschrijven, geven echter het correcte adres weer: Lange Gasthuisstraat 42 te Antwerpen. 

De Lange Gasthuisstraat werd vernoemd naar de verbindingsweg tussen de Onze-Lieve-Vrouwekerk  en het Onze-Lieve-Vrouwegasthuis dat rond 1238 naar de site werd overgebracht. In 1496 kwam de naam “Lange” Gasthuisstraat pas voor het eerst voor. Tijdens de 19e-eeuw en het begin van de 20ste-eeuw werden systematisch verbredingswerken uitgevoerd die plaats moesten maken voor nieuwe grote heren- en burgerhuizen, gebouwd in verschillende stijlen en uit diverse periodes. Deze bouwwerken maakten van de buurt een plaats waar de gegoede burgers van Antwerpen zich met alle nodige comfort en luxe konden vestigen. De meerderheid van deze grote herenhuizen deden tijdens de 19e- en 20ste-eeuw verder dienst als publieke gebouwen; zo werd er een bank, museum, enz. gepositioneerd. 


Tijdens de late jaren ’70 van de 20ste-eeuw zullen echter enkele grote verbouwingen het straatbeeld voor goed veranderen. Het huizenblok tussen de Oudaan en de Everdijstraat zal in 1975 vervangen worden door een modern winkelcentrum en het huizenblok ten zuiden van de Boogkeers werd eveneens in datzelfde jaar gesloopt.  In de plaats werd een klein pleintje aangelegd met zitbanken en enkele bomen. Vermoedelijk is tijdens deze sloop het herenhuis van het plaats delict eveneens met de grond gelijk gemaakt. De oorspronkelijke woning op nummer 42 is dan ook niet meer terug te vinden vandaag.