Zaak 30 (1929, Antwerpen)
Mathilde Debourse
Kamer te huur
Ruimtelijke indeling: een rijhuis met kenmerken van een burgerwoning
De plaats delict van de zaak I.Z. bestaat vandaag niet meer. Het was een rijwoonst met een eenvoudige plattegrond. Uit het dossier blijkt dat het huis drie verdiepingen telde.
Ten tijde van de misdaad werd het huis bewoond door de twee zussen M.V. en R.V, beiden op leeftijd. Zij sliepen samen in een kamer op het tweede verdiep en verhuurden de overige kamers aan vier Polen. In 1929 schoot één van die Polen een huisgenoot neer. Het slachtoffer I.Z. viel van de trap en kwam terecht op de palier tussen het gelijkvloers en het eerste verdiep.
De moordenaar leefde in deze kamer op het tweede verdiep, aangrenzend aan de slaapplek van de zussen. Op de derde verdieping verbleef I.Z.; twee andere huurders deelden de ruimtes – een slaapkamer en een salon – op het eerste verdiep.
Eenvoudig meubilair
In de hoek van de kamer staat een wastafel met wit blad en lades waarop een lampetstel rust. Deze kast vormt een geheel met de spiegel erboven waarvan het houtsnijwerk rijkelijk is uitgewerkt. Naast het witgeschilderde bed staat een nachtkastje met een wit blad. In het midden wekt een eenvoudige, verlengbare tafel met duidelijke gebruikssporen de aandacht; eronder schuilt een prullenmand uit rotan. Een tweedeurs kleerkast met onderaan twee lades is zichtbaar in de spiegel boven de schouw. Aan het raam bevindt zich een stoel waarvan de zitting gestoffeerd is. Het meubilair is vervaardigd uit hout en heeft een donkere kleur – met uitzondering van het bed, dat wit is.
Bijzondere objecten en nagelvaste afwerking
Op de schouwmantel springen enkele bijzondere objecten in het oog. Twee aiguières zijn op de hoeken uitgestald en vormen een set met de urne die in het midden staat. Wellicht zijn de sierobjecten vervaardigd uit keramiek dat gewikkeld is in een sierlijk metalen montuur. De stijl sluit aan bij de neostijlen die typisch waren voor de negentiende eeuw. Tussen de schouwdecoratie bevinden zich verder twee glazen kandelaars met de beeltenis van een heilige Madonna. Een eenvoudige kaarsenhouder en glazen vaas kregen er ook een plaats. Boven de schouw hangt – zoals gebruikelijk – een grote wandspiegel; langs de schouw loopt een draad naar beneden, vermoedelijk de gaskabel van de kachel. De kamer wordt namelijk verwarmd met een geëmailleerde kachel op gas van het merk AP.
De muren zijn behangen met een traditioneel floraal motief en krijgen een extra inkleding door de kaders. De luchter, die ook gedeeltelijk kan worden waargenomen in de spiegel, bestaat uit een sierlijke metalen structuur en een witte lampenkap met franjes. De vloer is wellicht bedekt met balatum waarbij het patroon een tegelvloer imiteert.
